Al-Ḥāfīẓ Ibn Rajab al-Ḥanbalī overlevert het volgende voorval bij de biografie van Abī Bakr Muḥammad b. ͑Abd al-Bāqī al-Baghdādī:
Op gezag van Yūsuf b. Khalīl al-Hāfiẓ die zei: De rechtschapen Shaykh Abū al-Qāsim ͑Abdullah b. Abī al-Fawāris Muḥammad b. ͑Alī b. Ḥassan al-Ghazzāz aṣ-Sūfī al-Baghdādī zei: Ik hoorde de rechter Abī Bakr Muḥammad b. ͑Abd al-Bāqī b. Muḥammad al-Bazzāz al-Anṣārī zeggen:
Op een dag bevond ik mij in de buurt van Mekka, moge Allah haar beschermen. Extreme honger overviel me, en ik had niets om mijn honger te stillen. Tot mijn verbazing vond ik een gesloten zijden tas, versierd met een elegante franje, eveneens van zijde. Ik nam de tas mee naar huis, opende deze en ontdekte een prachtige parelketting, een exemplaar dat ik nog nooit eerder had gezien.
Terwijl ik buiten stond, hoorde ik een oudere man roepen om de tas die ik had gevonden. Hij hield een doek met 500 dīnār in zijn hand en riep: “Dit is voor degene die mijn verloren tas met de parelketting terugbrengt!”
In dacht bij mezelf: “Ik ben behoeftig en hongerig; ik kan dit goud (de dīnārs) gebruiken om mijn behoeften te vervullen door hem de tas terug te geven.” Ik zei tegen hem: “Kom met mij mee,” en leidde hem naar mijn huis. Hij beschreef de tas, de franje en de parelketting met grote nauwkeurigheid, waarna ik de tas aan hem overhandigde. Hij bood me de 500 dīnār aan, maar ik weigerde. “Het is mijn plicht om dit zonder beloning terug te geven,” zei ik. Hij drong aan: “Je moet het aannemen,” maar ik bleef vasthouden aan mijn besluit, en uiteindelijk vertrok hij.
Later, verliet ik Mekka en stapte aan boord van een schip, maar het schip kapseisde. Terwijl de andere passagiers verdronken en hun bezittingen verloren gingen, overleefde ik door me vast te klampen aan een stuk drijfhout. Langdurig dreef ik op zee zonder te weten waar ik was of waar ik heen ging, totdat ik uiteindelijk aanspoelde op een bewoond eiland.
Ik bracht mijn tijd door in verschillende moskeeën, waar sommige mensen mij de Qur’ān hoorden reciteren. Al snel vroeg iedereen mij om hen de Qur’ān te onderwijzen, wat mij een flinke som geld opleverde. In een van die moskeeën vond ik enkele bladzijden van de Muṣḥaf, die ik begon te lezen. De mensen vroegen me of ik goed kon schrijven, en toen ik bevestigde, vroegen ze me om hen schrijven te leren. Ik gaf les aan zowel kinderen als volwassenen, en mijn rijkdom groeide nog verder.
Na enige tijd zeiden ze: “Wij hebben een weesmeisje met wat rijkdom, en we willen haar aan jou huwen.” Aanvankelijk wees ik dit verzoek af, maar ze drongen aan en uiteindelijk stemde ik toe. Toen zij haar naar me brachten voor het huwelijk en ik haar voor het eerst zag, merkte ik dat de parelketting om haar nek hing. Mijn aandacht was volledig gericht op die ketting. De mensen zeiden: ‘O Shaykh, je breekt haar hart door enkel naar de ketting te kijken en niet naar haar!’
Ik vertelde hen het verhaal van de parelketting, en daarop begonnen zij luid de takbīr[1] en tahlīl[2] te uiten, totdat het nieuws zich over het hele eiland verspreidde. Ik vroeg: “Wat is er aan de hand?” Ze vertelden me: “De Shaykh wiens ketting je vond, was de vader van dit weesmeisje!” Hij zei altijd: “Ik heb niemand gevonden zoals deze man die mijn parelketting terugbracht,” en in zijn smeekbeden zei hij altijd: “O Allah, breng me samen met hem, zodat ik mijn dochter aan hem kan huwen.” En dit heeft nu plaatsgevonden!
Samen kregen we twee zonen, maar na enige tijd overleed zij. Zowel ik als mijn zonen erfden de parelketting. Later overleden ook mijn zonen, waardoor de ketting weer in mijn bezit kwam. Ik verkocht deze voor 100.000 dīnār, en de rijkdom die jullie nu bij mij zien, is een overblijfsel van dat geld.
Zo werd dit verhaal overgeleverd door Yūsuf b. Khalīl in zijn Mu ͑jam[3].”
Bron: Ad-Dhayl ͑Alā Ṭabaqāt al-āḤanābila 1/443-445. (Zie screenshots hieronder).
Vertaling: Yūsuf Abū Ṣafiyya
Publicatie: www.ahloelhadieth.nl
[1] Het zeggen van Allāhu Akbar.
[2] Het zeggen van Al-Ḥamdulillah
[3] Mu͑jam Ibn Khalīl blz. 164, 175
Screenshots Arabische Bron: