Ibn al-Qayyim al-Jawziyya schreef het volgende:

Een van de bestraffingen van zondigen is dat het een enorm gevoel van eenzaamheid in het hart veroorzaakt. De zondaar ervaart eenzaamheid met zichzelf, tussen hem en zijn Heer en tussen hem en de schepping. Hoe meer hij zondigt, hoe sterker het gevoel van eenzaamheid wordt. Het zwaarste leven is dat van een eenzame angstige (persoon), terwijl het meest aangename leven, het leven van degene is die (het gevoel van) gezelschap ervaart. Wanneer een rationeel persoon de zoetheid van het zondigen en de daarbij komende angst en eenzaamheid overpeinst, zal hij beseffen hoe slecht zijn toestand is en hoe groot zijn misleiding is geweest. Want hij heeft de troost van gehoorzaamheid en de daarmee gepaard gaande veiligheid en zoetheid verruilt voor de eenzaamheid van het zondigen en de daaruit voortvloeiende angst en schade.

Zoals een dichter zei:

Als zonden jou het gevoel van eenzaamheid geven, verlaat ze dan als je wilt en verkrijg het gevoel van gezelschap

Het geheim hierin is dat gehoorzaamheid je dichter bij jouw Heer (سبحانه و تعالى) brengt, en hoe dichter je (tot Allah) komt, des te groter het gevoel van (Zijn) gezelschap. Zondigen daarentegen leidt tot een afstand van jouw Heer, en hoe groter die afstand, hoe groter het gevoel van eenzaamheid.

Daarom ervaart een dienaar (een afstand en) eenzaamheid tussen hem en zijn vijand vanwege de kloof tussen hen, ook al is de vijand in zijn buurt. Daarentegen ervaart hij (het gevoel van) gezelschap tussen hem en zijn geliefde, ook al is die ver weg.

De oorzaak van eenzaamheid is een sluier. Hoe dikker deze sluier wordt, hoe groter de eenzaamheid. Onachtzaamheid veroorzaakt dit gevoel, zondigen verergert het en shirk en ongeloof maken het nog erger. Je zult niemand vinden die deze wandaden verricht zonder dat hij wordt overweldigd door deze eenzaamheid, naar gelang de ernst van de zonde. Dit gevoel bereikt zijn gezicht en hart, waardoor hij eenzaamheid ervaart en anderen dat ook bij hem ervaren.

Bron:  Ad-Dāʿ wa ad-dawāʿ blz. 140-141. Uitgever: Dār Ibn Kathīr, Damascus Syrië. 10de druk 2023.
Vertaling: Yūsuf Abū Ṣafiyya
Publicatie: www.ahloelhadieth.nl

Screenshots Arabische Bron: