Ik zal jullie een verhaal voordragen die betrekking heeft op mijzelf. Er is een persoon geweest waar ik enorm veel van heb geprofiteerd. Dit zal ik nooit meer in mijn leven vergeten. Hoewel ik deze persoon nooit heb gesproken, zijn taal niet ken en er geen conversatie tussen ons heeft plaatsgevonden, zal ik het profijt die Allah mij heeft geschonken door middel van hem nooit vergeten. Ik beschouw dit profijt als één van de waardevolste in mijn leven.
Op een dag bad er een man voor mij uit Indonesië. Hij kwam naar de moskee met krukken want één van zijn benen – ik herinner me niet meer of het zijn linker- of rechterbeen was – was geamputeerd vanaf de knie. Hij bad dus op een nacht voor mij. Ik zag met eigen ogen hoe hij in deze gezegende moskee (Masjid an-Nabawī) het nachtgebed verrichtte met drie en een halve juzz[1]. In de eerste en tweede taslima[2] bad hij een hele juzz en in de derde, vierde en vijfde elk een halve juzz. Daarna bad hij al-witr. Hij bad dit alles staand op één been, zonder krukken! Ik ben getuige geweest van dit schouwspel en Allah is mijn getuige. Hij bad het gehele nachtgebed zonder krukken. De krukken lagen naast hem op de grond terwijl hij het gebed volledig op één been verrichtte. Sinds die dag heb ik hier een les uit getrokken die ik beschouw als één van de meest waardevolle lessen in mijn leven, en dat is: Dat de ware handicap geen handicap van de ledematen is, maar eerder een handicap van het hart is.
Bron: Beluister de audio hieronder.
Vertaling: Yūsuf Abū Ṣafiyya.
Publicatie: www.ahloelhadieth.nl
[1] Voetnoot vertaler: De Qurʾān telt 30 juzz in totaal.
[2] Voetnoot vertaler: De uitspraak “as-salām ʿalaykum wa raḥmatullāhi wa barakātuhu” waarmee het gebed beëindigd wordt.