Imām Shams ad-Dīn Muḥammad b. Aḥmad b. ʿUthmān ad-Dhahabī zei:
Umm Khālid bint Khālid Ibn Abī Uḥayḥa Saʿīd b. Al-ʿĀṣ b. Umayya b. ʿAbd Shams b. ʿAbd Manāf al-Qurashiyya al-Amawiyya al-Makkiyya. Geboren in Ethiopië. Haar naam was Ama[1].
Zij was een van de metgezellen (die de Profeet ﷺ ontmoet had) en zij heeft 2 overleveringen overgeleverd[2].
Az-Zubayr b. al-ʿAwwām huwde haar en zij kregen 2 kinderen, Mūsā en Khālid.
De volgende personen hebben op haar gezag overgeleverd: Saʿīd b. ʿAmr, Saʿīd b. Al-ʿĀṣ, Mūsā b. ʿUqba en anderen (رضي الله عنهم ).
En ik (Ad-Dhahabī) denk dat zij de laatste vrouwelijke metgezel was die overleed. Zij leefde tot aan de tijd van Sahl b. Saʿd.
Al-Wāqidi zei: Jaʿfar b. Muḥammad b. Khālid berichtte ons, op gezag van Abī al-Aswad, op gezag van Umm Khālid bint Khālid die zei: Ik hoorde An-Najāshi[3] op de dag dat wij met twee boten (naar Medina terugkeerden) zeggen: “Geef allemaal namens mij de salām aan de Boodschapper van Allah.” Zij zei: En ik was van degenen die de salām van An-Najāshi overdroeg aan de Boodschapper van Allah.[4]
Aṭ-Ṭayālasī zei: Isḥāq b. Saʿīd berichtte ons, op gezag van zijn vader die zei: Umm Khālid bint Khālid zei tegen mij: De Boodschapper van Allah ﷺ kreeg wat kleding waaronder een kleine zwarte kledingstuk. Hij ﷺ zei: “Aan wie zullen we dit geven om te dragen?” De mensen hielden zich stil. Hij ﷺ zei: “Breng mij Umm Khālid.” Ik werd vervolgens dragend gebracht[5]. Hij ﷺ kleedde mij ermee met zijn eigen handen en zei twee keer achter elkaar: “Moge jij zo lang leven dat je vele kledingstukken zult verslijten O Umm Khālid (i.e. Moge Allah jou een lang leven schenken).” Vervolgens keek hij naar het gele en rode borduurwerk (op het zwarte kledingstuk) en zei wijzend met zijn twee vingers: “Dit is sanā O Umm Khālid, dit is sanā.” En sanā betekent mooi in het Ethiopisch. Isḥāq zei: “Een vrouw van mijn familie vertelde mij dat zij Umm Khālid zag terwijl zij dit kledingstuk droeg.”[6]
Toevoeging vertaler: Vanwege de duāʾ van de Profeet ﷺ leefde zij een lang leven en was zij de laatste vrouwelijke metgezel die overleed. Abu Abdullah zei in Tahdhīb at-Tahdhīb (12/401): “Er was geen vrouw die zo lang leefde zoals zij.”
Bron: Siyar Aʿlām an-Nubalāʾ, deel 3 blz. 470-471, druk Muʾasasa ar-Risāla. Zie screenshots hieronder.
Vertaling: Yūsuf Abū Ṣafiyya
Publicatie: www.ahloelhadieth.nl
[1] Voetnoot vertaler: أمَة wat betekent slavin.
[2] De eerste: De overlevering in Al-Bukhārī (3/192) in het boek van begrafenissen; Hoofdstuk “Het zoeken van toevlucht tegen de bestraffing van het graf” en in het Boek van smeekbeden; Hoofdstuk “Het zoeken van toevlucht tegen de bestraffing van het graf” via Mūsā b. ʿUqba die zei: Ik hoorde Umm Khālid bint Khālid zeggen: “Ik hoorde de Profeet ﷺ toevlucht zoeken tegen de bestraffing van het graf.” De tweede: Die volgt in voetnoot nr. 4.
[3] Voetnoot vertaler: Hij was de Christelijke koning van Ethiopië toen de metgezellen hijra maakten naar Ethiopië toen zij vervolgd werden door de Quraysh. Later werd hij ook moslim.
[4] Overgeleverd door Ibn Saʿd 8/234.
[5] Voetnoot vertaler: Omdat zij toendertijd nog een klein meisje was.
[6] Authentieke ketting.
Screenshots Arabische Bron: