Abī Faraj ʿAbd ar-Raḥmān Ḥassan b. ʿAlī b. Muḥammed (Ibn al-Jawzī) schreef het volgende:
Āsiya bint Muzāḥim (de vrouw van Farao): Zij geloofde in (de Profeet) Mūsā (عليه السلام). Farao kwam hierachter en martelde haar.
Abū Hurayra (رضي الله عنه) zei: “Farao sloeg pinnen in haar handen en voeten. Wanneer zij (d.w.z. degenen die haar martelden) haar verlieten gaven de engelen haar schaduw (met hun vleugels). Zij (Āsiya) zei: “Mijn Heer, bouw voor mij een huis bij U in het paradijs.”[1] Hierop onthulde Allah haar huis in het Paradijs waarop zij deze zag voor haar dood.”
Op gezag van Ibn ʿAbbās (رضي الله عنهما) die zei: De Boodschapper van Allah ﷺ zei:
“De beste vrouwen van het paradijs zijn Khadīja bint Khuwaylid, Fāṭima bint Muḥammad, Maryam bint ʿImrān en Āsiya bint Muzāḥim.”[2]
Toevoeging vertaler:
Op gezag van Salmān (رضي الله عنه) die zei: “De vrouw van Farao werd gemarteld met (de hitte van) de zon. Wanneer zij (degenen die haar martelden) weg gingen, gaven de engelen haar schaduw met hun vleugels. En zij kon haar huis in het Paradijs zien.”[3]
Op gezag van Abū Mūsā al-Ashʿarī (رضي الله عنه) die zei: De Boodschapper van Allah ﷺ zei:
“Velen vanonder de mannen hebben perfectie bereikt. En niemand van de vrouwen heeft perfectie bereikt behalve Maryam bint ʿImrān en Āsiya de vrouw van Farao. En de voortreffelijkheid van ʿĀʾisha over de vrouwen is zoals de voortreffelijkheid van tharīd (een Arabisch gerecht) over het overige eten.”[4]
Bron: Kitāb Aḥkām an-Nisāʾ blz. 370. Uitgever: Maktaba Ibn Taymiyya te Caïro Egypte. 1ste druk 1997 & zie screenshots hieronder.
Vertaling: Yūsuf Abū Ṣafiyya
Publicatie: www.ahloelhadieth.nl
[1] At-Taḥrīm (66):11.
[2] Ḥassan. Overgeleverd door Aḥmad (1/293, 316, 322) en An-Nasāʾī in Al-Kubrā (5/152).
[3] At-Ṭabarī in zijn tafsīr (28/110) & Al-Ḥākim (2/496) en hij zei: “Authentiek op decvoorwaarden van de twee Shaykhs (Bukhārī & Muslim).” Ad-Dhahabī was het er mee eens. Al-Albānī zei: “En het is zoals zij zeiden.” Zie Silsila as-Ṣaḥīḥa 6/36]
[4] Overgeleverd door Al-Bukhārī nr. 3769 en Muslim nr. 6272.
Screenshots Arabische Bron: