Shaykh ʿAbdul-ʿAzīz b. Bāz werd het volgende gevraagd:

Vraag: Is de daʿwa[1] van Shaykh Muḥammed b. ʿAbdul-Wahhāb een specifieke madhab[2]? En is het waar wat men zegt over zijn daʿwa, om weg te blijven van het aanbidden van graven en het vragen aan de doden, dat dit onvriendelijkheid is tegenover de vromen (ṣāliḥīn)?

Antwoord: Shaykh Muḥammed b. ʿAbdul-Wahhāb (رحمه الله) is een van de geleerden die op de sunna en de waarheid zit.  En zijn daʿwa is geen vijfde madhab. Echter is zijn daʿwa een uitnodiging naar de salafi ʿaqīda (geloofsleer) en een uitnodiging naar hetgeen waar de vrome voorgangers op waren vanonder de metgezellen en degenen die hen volgden.

Dus hij nodigde uit naar het aanbidden van Allah, het volgen van Zijn (i.e. Allah) wetgeving en het hechten van waarde aan Zijn geboden en verboden. En hij nodigde niet uit naar een nieuwe madhab, zoals de onwetenden of zijn koppige vijanden (de afgoden aanbidders) claimen. Echter nodigde hij uit naar het aanbidden van Allah alleen.

Zijn Daʿwa vond plaats in de tweede helft van de 12e eeuw. Hij (رحمه الله) overleed in het jaar 1206 NH. En zijn boeken die zijn ʿaqīda verduidelijken zijn aanwezig. Zoals Kitāb at-Tawḥīd[3], Kashf as-Shubuhāt[4] en Uṣūl at-Thalātha[5]. Al deze boeken verduidelijken zijn daʿwa. Dat hij uitnodigde naar de tawḥīd[6] van Allah, het oprecht aanbidden van Allah en het niet aanbidden van een ander dan Allah. Geen engel noch een profeet noch een afgodsbeeld noch een jinn noch een mens. Echter is de aanbidding puur voor Allah alleen.

In de regelgevingen omtrent fiqh kwesties (jurisprudentie) was hij op de madhab van Imām Aḥmad b. Ḥanbal (رحمه الله). Behalve als het tegenovergestelde duidelijk werd met bewijs, dan volgde hij het andere in plaats van de madhab van Imām Aḥmad.

Wat betreft hetgeen wat zijn vijanden of de onwetenden claimen, dat zijn madhab een vijfde madhab is of dat hij de vromen en de profeten minacht, dit allen is vals. En het is geen minachting tegenover hen (i.e. de vromen en de profeten) als men uitnodigt naar het wegblijven van het plegen van shirk (afgoderij) met hen. Want alle profeten zijn gekomen met de uitnodiging naar de tawḥīd van Allah en zij keurde het af om de profeten en de vromen te aanroepen. En in werkelijkheid zijn zij die hen (de profeten en de vromen) buiten Allah om aanroepen degenen die minachten en tekortkomen. En zij denken dat als zij de profeten en de vromen samen met Allah aanbidden, dat dit hen tevredenstelt terwijl dit in werkelijkheid niet het geval is. Echter zij (de profeten) hebben juist de mensen hiertegen gewaarschuwd. Allah (تعالى) zegt:

En voorzeker, Wij hebben aan iedere oemmah (gemeenschap, groep, natie etc.) een boodschapper gezonden (die zei): “Aanbidt Allah en vermijdt de Ṭaghūt (valse goden). [an-Naḥl (16): 36]

En Hij (سبحانه) zegt:

En wij stuurden niet één van de boodschappers voor jou (O Muḥammed), of Wij openbaarden aan hem La ilaha illa Ana. Dus aanbidt Mij alleen. [al-Anbiyā (21): 25]

Dus alle boodschappers (عليهم الصلاة و السلام) hebben uitgenodigd naar de tawḥīd van Allah en het oprecht aanbidden van Hem (جل و علا) en het volgen van de boodschappers met datgene waar Hij (i.e. Allah) mee is gekomen.

En zo ook nodigde onze Profeet Muḥammed (صلى الله عليه و سلم) uit naar de tawḥīd van Allah en naar het hechten van waarde aan Zijn Geboden en Verboden.

En zo ook de geleerden van ahlus-sunna wal-jamāʿa, zij nodigden uit naar datgene waar de profeet (صلى الله عليه و سلم) ook naar uitnodigde aan tawḥīd en oprechtheid naar Allah toe. Zoals Mālik, as-Shāfiʿī, Aḥmad, Abī Ḥanīfa, at-Thawrī, al-Awzāʿī en anderen islamitische geleerden. Zij allen nodigde uit naar de tawḥīd van Allah en naar het oprecht aanbidden van Hem (جل و علا) en naar het gehoorzamen van de geboden waar de Profeet (صلى الله عليه و سلم) mee is gekomen en naar het wegblijven van de verboden.

Dit is de waarheid en de religie van Allah. En Shaykh Muḥammed b. ʿAbdul-Wahhāb (رحمه الله) nodigde naar datgene uit waar zij (de geleerden) ook naar uitnodigde. Hij nodigde uit naar de tawḥīd van Allah, het gehoorzamen van Allah`s Geboden, het wegblijven van Zijn Verboden, het volgen van de qurʾān en de sunna en naar het wegblijven van datgene wat tegen de qurʾān en de sunna in gaat.

Dus hij heeft geen vijfde madhab of een vijfde daʿwa. Echter nodigde hij uit naar datgene waar de profeet (صلى الله عليه و سلم), zijn metgezellen en de islamitische geleerden naar uitnodigden met uitspraken, handelingen en ʿaqīda. Dit is de waarheid waar geen twijfel over mogelijk is. En degene die zijn boeken leest weet dit. En wij zoeken hulp bij Allah.

Bron: Officiële website van de Shaykh. Zie screenshot hieronder of beluister de audio.
Vertaling: Yūsuf Abū Ṣafiyya
Gepubliceerd op: www.ahloelhadieth.nl

[1] Voetnoot vertaler: Het uitnodigen naar Allah.

[2] Voetnoot vertaler: Wetschool.

[3] Voetnoot vertaler: Het boek van de tauwhied.

[4] Voetnoot vertaler: Het blootleggen van de twijfels.

[5] Voetnoot vertaler: De drie fundamenten.

[6] Voetnoot vertaler: Islamitische monotheïsme (dat Allah de enige ware god is). En deze bestaat uit drie aspecten; 1. de Eenheid van Allah in Zijn Heerschappij (tawhīd ar-rububiyya), 2. de Eenheid van de aanbidding van Allah (tawhīd al-Ulūhiyya), 3. de Eenheid van de Namen en Eigenschappen van Allah (tawhīd al-Asmā wa Ṣifāt).

Screenshot Arabische Bron: