Shaykh Sulaymān ar-Ruḥaylī schreef het volgende[1]:

De 3de stelregel in fitna: Pas op voor onwetendheid en houdt je vast aan de kennis van de (islamitische) wetgeving!

Pas op voor onwetendheid en wees gretig in het vergaren van islamitische kennis. Want waarlijk, fitan behoren tot de handelswaar van de Satan. En de handelswaar van de Satan wordt alleen verspreidt met onwetendheid. Maar met kennis verspreidt deze niet. Vandaar dat er bewijzen zijn gekomen die de gunst van kennis verduidelijken. Allah (تعالى) zei:

“Het  zijn slechts de geleerden vanonder Zijn dienaren die Allah vrezen.” [Fāṭir (35):28]

De geleerden zeiden: Allah beperkte vrees tot de geleerden om aan te tonen dat het werkelijke profijt tot de geleerden behoort. De complete profijt en vrees die leidt naar het goede en het slechte weerhoudt, is slechts voor de geleerden.[2]

De Profeet ﷺ heeft in meerdere overleveringen tot kennis aangespoord. Hieronder valt zijn ﷺ uitspraak:

“Degene die een pad bewandelt om kennis te vergaren, Allah zal hem een pad doen bewandelen naar het Paradijs. De engelen verlagen hun vleugels uit welbehagen voor de kennis zoeker. De bewoners van de hemelen en aarde vragen vergeving voor de geleerde, zelfs de vissen in het water. En de voortreffelijkheid van een geleerde ten opzichte van een aanbidder is zoals de voortreffelijkheid van de maan ten opzichte van alle andere sterren. Waarlijk, de geleerden zijn de erfgenamen van de Profeten. De Profeten laten geen dinār of dirham achter als erfenis, echter laten zij kennis achter. Degene die het neemt, die heeft een uitvoerig erfdeel genomen.”[3]

De Profeet ﷺ prefereerde dus de geleerde boven de aanbidder zoals in voorgenoemde overlevering. Hij zei namelijk: “En de voortreffelijkheid van een geleerde ten opzichte van een aanbidder is zoals de voortreffelijkheid van de maan ten opzichte van alle andere sterren.”

En in een andere overlevering werden een geleerde en een aanbidder genoemd in de aanwezigheid van de Profeet ﷺ waarop hij zei:

“De voortreffelijkheid van een geleerde ten opzichte van een aanbidder is zoals de voortreffelijkheid van mij ten opzichte van de laagste van jullie.”[4]

Want middels de geleerde wordt de handelswaar van de Satan niet verspreidt! Degene die leert waant zich veilig tegen de plotten van de Satan met de gunst van Allah. Kennis over de (islamitische) wetgeving is een wapen voor de moslim waarmee hij de Satan verdrijft. Het verwijdert de twijfels van het hart en verzwakt de begeerten. Vandaar dat Imām as-Saʿdī (رحمه الله) zei:

“Weet, moge Allah jou leiden; dat kennis vanonder de beste gunsten is die twijfel en zonden weghaalt.”[5]

De betekenis: De grootste gunst op jou o moslim is kennis. Het kenmerk en de status ervan is dat het onzekerheid weghaalt en zodoende twijfels (shubuhāt) weerhoudt, en (dat het) de begeerten verzwakt waardoor je alleen maar naar de toegestane begeerten zult handelen.

Kennis is dus de grootste wapen voor een moslim.

Lees ook de voorgaande delen: Deel 1 / Deel 2 / Deel 3

Volgende deel (5): 4de Stelregel: Hou je vast aan de grote (geleerden) bij geschillen en pas op voor de jongeren

Bron: Ḍawābiṭ fī al-fitan yaḥtājuhā kul muslim blz. 7-9. Uitgever: Dār al-Mirāth an-nabawī lil-nashr wa tawzīʿ, Jeddah te Saoedi-Arabië. 2012.
Vertaling: Yūsuf Abū Ṣafiyya
Publicatie: www.ahloelhadieth.nl

[1] Voetnoot vertaler: In zijn verhandeling genaamd: “Ḍawābiṭ al-Fitan yaḥtājuha kul muslim (Stelregels die iedere moslim nodig heeft in (tijden van) Fitan)”. Dit is het eerste deel en met de Wil van Allah zal de gehele verhandeling vertaald worden en in verschillende delen gepubliceerd worden.

[2] Zie Tafsīr Ibn Kathīr (6/544), Fatḥ al-Bārī van Ibn Rajab (1/90) en Tafsīr as-Saʿdī blz. 688.

[3] Overgeleverd door Abū Dāwūd nr. 3641, At-Tirmidhī nr. 2682, Ibn Māja nr. 223 op gezag van Abī ad-Dardāʾ (رضي الله عنه) en authentiek verklaard door Al-Albānī in Ṣaḥīḥ al-Jāmiʿ nr. 6297.

[4] Overgeleverd door At-Tirmidhī nr. 2685 op gezag van Abī Umāma al-Bāhilī (رضي الله عنه) en authentiek verklaard door Al-Albānī in Ṣaḥīḥ al-Jāmiʿ nr. 4213.

[5] Al-Qawāʿid Al-Fiqhiyya -Al-Manẓūma wa Sharḥihā- blz. 108.

Screenshots Arabische Bron: