Shaykh Wasī Allāh b. Muḥammad ʿAbbās[1] zei het volgende:

Wij dienen onszelf eraan te herinneren dat Allah (عزوجل) het voor de gelovigen verplicht heeft gesteld om vergeving te vragen voor degenen die ons voor zijn gegaan van de voorgangers (Salaf), metgezellen, de geleerden en anderen. En dat zij (de gelovigen) in hun harten geen wrok, afkeer en haat dragen jegens hen.

Allah (تعالى) zegt het volgende na het vermelden van de Muhājirīn[2] en de Anṣār[3]:

“En degenen die na hen kwamen, zeiden: `Onze Heer! Vergeef ons en onze broeders die ons zijn voorgegaan in het geloof en plaats geen wrok in onze harten jegens degenen die geloven. Onze Heer! Voorwaar, U bent Zachtmoedig, Meest Barmhartig.´” [al- Ḥashr (59):10]

Het is dus voor de gelovigen verplicht om duʿāʾ voor hen te verrichten, om hen te respecteren en te profiteren van hun kennis. Echter is het voor geen één van hen toegestaan om hun uitspraken boven de neergezonde openbaring van Allah (عزوجل) te plaatsen in de zaken van geloof (imān), religie en dergelijke.

De grote geleerde Ash-Shinqītī (رحمه الله) heeft gezegd:

“Weet, dat ons positie tegenover de geleerden (رحمهم الله), de vier Imāms[4] en anderen, dezelfde positie is als tegenover de rest van de rechtvaardige moslims. En dat is dat wij hen steunen, van hen houden, hen eren en hen prijzen aan de hand van hun daden, godsvrees, hun navolging van het Boek (van Allah) en de sunna (van Zijn Boodschapper) met betrekking tot hun daden, en dat zij (het Boek en de sunna) vooropstellen voor hun eigen meningen. Wij leren hun uitspraken (i.e. van de geleerden) om ervan te profiteren (wat overeenkomt met de waarheid) en wij laten datgene wat het Boek van Allah en de sunna van Zijn Boodschapper ﷺ tegen gaat!

Wat betreft de zaken waar geen bewijs (tekst) voor is, het correcte is dat men naar hun ijtihād[5] kijkt. Want het kan zijn dat het beter is om hun ijtihād te volgen dan ons eigen ijtihād. Want zij hebben meer kennis en godsvrees dan ons.

Wij dienen echter wel het zekere voor het onzekere te nemen voor onszelf en de uitspraken te nemen die het dichts bij de Tevredenheid van Allah liggen en verreweg van twijfels zijn. Zoals de profeet ﷺ heeft gezegd: “Laat datgene wat je in twijfel brengt voor datgene wat je niet in twijfel brengt.[6]

Hij ﷺ heeft ook gezegd:

“Degene die twijfelachtige zaken vermijdt stelt hierdoor zijn religie en zijn eer veilig.”[7]

En het juiste met betrekking tot de geleerden (رحمهم الله) is dat zij van de beste zijn vanonder de moslims en dat zij niet onfeilbaar zijn van het maken van een fout. Al hetgeen waar zij correct in zijn, daar krijgen zij een beloning voor vanwege hun ijtihād en een beloning voor hun correctheid. Hetgeen waar zij een fout in maken daarvoor krijgen zij een beloning vanwege hun ijtihād en worden zij geëxcuseerd voor hun fouten. Zij worden dus in beide situaties beloond zonder afkeuring of tekortkoming.

Echter is het zo dat het Boek van Allah en de sunna van Zijn boodschapper ﷺ over hen en hun uitspraken oordelen.

Overdrijf dus niet in een zaak en wees gematigd. Wees niet van degenen die hen misprijst of hen tekortdoet en wees niet van degenen die geloven dat hun uitspraken het Boek van Allah en de sunna van Zijn boodschapper ﷺ niet nodig hebben en erboven staan!” Einde citaat van Ash-Shinqītī.[8]

Bron: At-taqlīd wa ḥukmihi fī ḍawʾi al-kitāb wa-s-sunna wa-l-athār as-salafiyya blz. 59-60. Uitgever: Dār al-Istiqāma, Cairo Egypte. 1ste druk 2010. Zie screenshots hieronder.
Vertaling: Yūsuf Abū Ṣafiyya
Publicatie: www.ahloelhadieth.nl

[1] Voetnoot vertaler: Een van de geleerden uit Mekka. Geeft les in Masjid al- Ḥarām en is tevens professor op de Umm al-Qura universiteit in Mekka. De Shaykh heeft onder grote geleerden gestudeerd waaronder Shaykh Ḥammād al-Anṣārī, Shaykh Taqīʾu Dīn al-Hilālī en vele andere.

[2] Voetnoot vertaler: De emigranten vanuit Mekka.

[3] Voetnoot vertaler: De bewoners van Medina.

[4] Voetnoot vertaler: Imām Abū Ḥanīfa, Shāfiʿī, Mālik en Aḥmad.

[5] Voetnoot vertaler: Ijtihād; wat letterlijk inspanning betekend. Hier gaat het om islamitische geleerden die zich inspannen om tot een wettelijk oordeel te komen over een bepaalde kwestie waar geen duidelijk bewijs voor is.

[6] Ṣaḥīḥ al-Bukhārī, hoofdstuk: uitleg van twijfels.

[7] Bukhārī en Muslim.

[8] Zie Aḍwā al-Bayān (7/555-556).

Screenshots Arabische Bron: