Shaykh ʿAbd al-ʿAzīz b. Bāz werd het volgende gevraagd:
Is het opheffen van de handen om duʿāʾ (smeekbede) te verrichten na de verplichte gebeden en de sunna gebeden toegestaan of niet? Wanneer is het überhaupt toegestaan om dit te doen (i.e. het opheffen van de handen voor duʿāʾ)?
Antwoord:
Het opheffen van de handen tijdens de duʿāʾ is aanbevolen en is een van de manieren om gehoor te krijgen van Allah voor jouw duʿāʾ.
Zoals de profeet ﷺ heeft overgeleverd:
“Voorwaar jullie Heer is eeuwig levend en vrijgevig, Hij schaamt zich voor zijn dienaar om hem met lege handen terug te sturen wanneer hij (i.e. de dienaar) zijn handen opheft om Hem te vragen.”[1]
Het is dus aanbevolen om je handen op te heffen tijdens het verrichten van duʿāʾ. Als men bijvoorbeeld zijn Heer thuis, tijdens een reis of waar dan ook aanroept dient men zijn handen op te heffen en zijn best te doen om deze duʿāʾ zo goed mogelijk op de juiste manier uit te voeren zodat dit een reden zal zijn dat zijn duʿāʾ beantwoordt zal worden.
En zijn uitspraak ﷺ:
“Voorwaar jullie Heer (تعالى) is goed en Hij accepteert niets behalve het goede. En voorwaar jullie Heer heeft de gelovigen opgedragen met hetgeen hij de boodschappers heeft opgedragen.”
Hij (تعالى) heeft gezegd:
“O jullie die geloven, eet van de goede dingen, waarmee Wij jullie hebben voorzien en dankt Allah…” [Al-Baqara (2):172]
En Hij (تعالى) heeft gezegd:
“O Boodschappers, eet van de goede zaken en verricht goede daden…”. [Al-Muʾminūn (23):51]
Daarna haalde hij ﷺ een man aan die een lange zware reis aan het maken was en met verwarde haren en bedolven onder het stof zijn handen naar de hemel uitstrekt en zegt: “O Heer, O Heer”. Dit terwijl zijn eten, drinken en kleding ḥarām zijn en zijn voedsel ḥarām is. Zal zo’n iemand zijn duʿāʾ dan verhoord worden?[2]
Met andere woorden: Ver is hij verwijdert van beantwoording van zijn Heer terwijl hij al-ḥarām nuttigt en zijn kleding, voedsel, drinken en dergelijke ḥarām is. Ook al heft hij zijn handen op en ook al deed hij zijn best tijdens het vragen aan zijn Heer.
Zo heeft de profeet ﷺ ons verduidelijkt dat het opheffen van de handen en je best doen tijdens de duʿāʾ, van de zaken zijn die ervoor zorgen dat je duʿāʾ wordt beantwoord (door Allah (تعالى)).
Maar het kan dus zijn dat er een reden aanwezig is die ervoor zorgt dat de duʿāʾ niet wordt verhoord en dit is het nuttigen van al-ḥarām. Dus van de redenen dat een duʿāʾ niet verhoord wordt is het nuttigen van al-ḥarām. Zo ook onachtzaamheid jegens Allah, jezelf afwenden van Allah en het veelvuldig zondigen zijn redenen dat de duʿāʾ niet wordt verhoord.
Maar waar bekent is dat de profeet ﷺ duʿāʾ verrichtte maar zijn handen niet ophief tijdens deze duʿāʾ, dan dienen wij dit uiteraard ook niet te doen. Wij dienen hem (vrede zij met hem) dus te volgen in de zaken die hij verrichtte maar ook in de zaken die hij liet.
Hij is ons voorbeeld zoals Allah (جل و علا) zegt:
“Voorwaar, de boodschapper van Allah is voor jullie een goed voorbeeld voor wie op de (beloning) van Allah en het hiernamaals hoopt en voor wie Allah veelvuldig gedenkt.” [Al-Aḥzāb (33):21]
Dus zoals wij hem volgen in de zaken die hij verrichtte, volgen wij hem ook in de zaken die hij liet.
Hij ﷺ heeft bijvoorbeeld zijn handen opgeheven tijdens het vragen om regenval terwijl hij op de minbar stond tijdens de vrijdagpreek. Dus als wij tijdens de vrijdagpreek om regenval willen vragen, dan dienen wij ook op dezelfde manier onze handen op te heffen om duʿāʾ te verrichten. De Imām heft zijn handen op en zo ook de volgelingen in de moskee, en terwijl de Imām duʿāʾ verricht zeggen zij (i.e. de volgelingen) “Amīn”.
En zo ook kan men de handen opheffen terwijl men alleen thuis is en duʿāʾ wil verrichten tussen zichzelf en zijn Heer. Bijvoorbeeld tijdens de laatste deel van de nacht, in de ochtend of op wat voor tijdstip dan ook. Men verricht de duʿāʾ en heft de handen omhoog.
Ook kan je zo nu en dan na de vrijwillige gebeden je handen opheffen om je Heer op deze manier te vragen.
Maar men heft zijn handen niet op na de taslīm bij het verplicht gebed[3]. Want de profeet ﷺ heeft dit ook niet gedaan na het verrichten van het verplicht gebed.
Het is niet overgeleverd dat de profeet ﷺ ooit na het verplicht gebed zijn handen ophief om duʿāʾ te verrichten. En zo dienen wij dus ook niet onze handen op te heffen in opvolging van de profeet ﷺ. Ook niet tijdens de duʿāʾ van de vrijdagpreek omdat de profeet ﷺ dit ook nooit gedaan heeft, behalve als er om regenval gevraagd werd.
Dus als er tijdens de vrijdagpreek of tijdens de preek van al-ʿīd duʿāʾ wordt verricht, dan heft men de handen niet op omdat dit ook niet is gedaan door de profeet ﷺ.
Zo ook na (de taslīm bij) de vijf verplichten gebeden zoals fajr, ẓuhr, ʿasr, maghrib of al-ʿīshāʾ worden de handen niet opgeheven tijdens de duʿāʾ omdat hij ﷺ dit niet deed.
En zo ook tussen de twee neerknielingen tijdens het gebed of net voordat je salām geeft voor het einde van je gebed, ook hier dient men de handen niet op te heffen omdat ook in deze situaties de profeet ﷺ de handen niet heeft opgeheven om duʿāʾ te verrichten. Omdat de profeet ﷺ dit niet heeft gedaan, dienen wij dit ook te laten en niet te doen, in opvolging van hem ﷺ.
Maar als iemand bijvoorbeeld in de ochtend of nacht thuis zit en vervolgens duʿāʾ verricht en zijn handen opheft, daar is niets mis mee. Zo ook niet wanneer men aan een van zijn benodigdheden (i.e. zaken) denkt en daarna zijn handen opheft (om duʿāʾ te verrichten), daar is niets mis mee.
Echter in de situaties waarbij de profeet ﷺ duʿāʾ verrichtte en zijn handen niet omhoog hief dienen wij dat ook niet te doen. Zoals (vermeld) bijvoorbeeld tussen de twee neerknielingen, of voordat men salām geeft in het gebed, of tijdens de duʿāʾ van de vrijdagpreek, of tijdens de duʿāʾ van de preek van al-ʿīd. Men dient echter wel de handen wel op te heffen bij het verrichten van duʿāʾ voor regenval.
Na het verplicht gebed (na de taslīm) heft men de handen niet op maar verricht men duʿāʾ in zichzelf. Dus het verrichten van duʿāʾ na de dhikr[4] in zichzelf daar is niets mis mee, echter heft hij zijn handen niet op omdat de boodschapper ﷺ dit ook niet heeft gedaan.
Het is verplicht voor de gelovigen om de profeet ﷺ te volgen in zijn daden, uitspraken en zo ook datgene te laten wat hij ﷺ heeft gelaten.
Bron: http://www.binbaz.org.sa/mat/20278 & zie screenshot hieronder.
Vertaling: Hishām abū ʿAbdullah
Publicatie: www.ahloelhadieth.nl
[1] Overgeleverd door Abū Dāwūd, At-Tirmidhī, Ibn Māja en Al-Ḥākim heeft hem authentiek verklaart. Van de overlevering van Sulayām al-Fārisī.
[2] Overgeleverd door Imām Muslim.
[3] Voetnoot vertaler: i.e. de vijf dagelijkse gebeden.
[4] Voetnoot vertaler: i.e. de gedenkingen die men opzegt na het gebed.
Screenshot Arabische Bron: