Shaykh Muḥammad b. Ṣālih al-ʿUthaymīn zei het volgende bij de uitleg van de volgende overlevering:
Op gezag van Abū Hurayra (رضي الله عنه) dat de Boodschapper van Allah ﷺ zei:
“Wanneer een man zijn vrouw uitnodigt naar zijn bed (voor geslachtsgemeenschap) en zij weigert, waarna hij boos op haar gaat slapen, dan zullen de engelen haar vervloeken totdat zij in de ochtend opstaat.”[1]
Shaykh Muḥammad b. Ṣālih al-ʿUthaymīn zei: Deze overlevering bevat een bewijs over het enorme recht dat een echtgenoot over zijn echtgenote heeft. Maar dit heeft betrekking op de echtgenoot die de rechten van zijn echtgenote vervult (en zijn plichten nakomt). Echter, wanneer hij haar slecht behandelt en hij haar rechten niet vervult, dan heeft zij het recht op vergelding en hoeft zij hem niet zijn volledige recht te geven. Vanwege de uitspraak van Allah (تعالى):
“Wie vervolgens tegen jullie overtreedt, overtreed dan net zo tegen hem als hij tegen jullie overtreedt.” [Al-Baqara (2):194]
En vanwege de uitspraak van Allah (تعالى):
“En als jullie straffen, straf dan met het gelijke waarmee jullie zijn gestraft.” [An-Naḥl (16):126]
Maar wanneer de echtgenoot rechtschapen is, haar rechten vervult en zij zijn recht weigert, dan is dit haar bestraffing (d.w.z. de vloek van de engelen) wanneer zij weigert naar zijn bed te komen wanneer hij haar roept.
Kortom, de woorden in deze overlevering zijn algemeen. Zij zijn gebonden aan dat hij haar rechten vervult. Wanneer hij echter haar rechten niet vervult, dan mag zij wraak nemen op hem door hem zijn recht te weigeren zoals hij ook haar recht weigerde.
Bron: Sharḥ Riyāḍ aṣ-Ṣāliḥīn Deel 3, blz. 142. Uitgever: Dār al-Waṭan lil-Nashr, Riyadh Saoedi-Arabië. Druk 2005.
Vertaling: Yūsuf Abū Ṣafiyya
Publicatie: www.ahloelhadieth.nl
[1] Ṣaḥīḥ al-Bukhārī nr. 3237 en Ṣaḥīḥ Muslim nr. 1436.
Screenshots Arabische Bron: