Shaykh ʿAbd ar-Razzāq b. ʿAbd al-Muḥsin al-Badr zei het volgende:

Het is overgeleverd in (het boek) Al-Ḥilya van Abī Naʿīm, dat Ḥassan al-Baṣrī een man ontmoette die tekortschoot in zijn religie en nalatig was. Ḥassan al-Baṣrī zei tegen hem:

“Hoe oud ben je?”

Hij zei:

“Zestig jaar.”

Hij (Hassan al-Basrie) zei tegen hem:

“Weet jij niet dat jij je op een pad begeeft waarvan het einde nabij is?”

De man zei:

“Inna Lilāhi wa inna ilayhi rājiʿūn (Waarlijk, tot Allah behoren wij en tot Hem zullen wij terugkeren!)”

Ḥassan al-Baṣrī zei tegen hem:

“Ken jij de uitleg hiervan?” Ken jij de uitleg van ‘Waarlijk, tot Allah behoren wij en tot Hem zullen wij terugkeren?'”

De man zei:

“En wat is de uitleg ervan?”

De Shaykh geeft tussendoor als notitie aan: En in werkelijkheid zijn er vele mensen die wellicht (islamitisch vastgestelde) smeekbeden uitspreken en herhalen maar de betekenis en interpretatie er niet van kennen.

Hij (Ḥassan al-Baṣrī) zei:

“Inna Lilāhi (Waarlijk, tot Allah behoren wij) betekent: Ik ben een dienaar (aanbidder) die tot Allah behoort. Wa inna ilayhi rājiʿūn (en tot Hem zullen wij terugkeren) betekent: Ik zal terugkeren tot Hem. Wanneer je weet dat je dus een dienaar van Allah bent en tot Hem zal terugkeren, weet dan dat Hij je zal (onder)vragen! En wanneer je weet dat Hij je zal (onder)vragen, bereid je dan voor op de antwoorden van deze vragen!

De man begon het te begrijpen en voelde aan dat hij zichzelf moest rectificeren. Hij zei tegen Ḥassan al-Baṣrī:

“Wat is de oplossing? Geef mij een uitweg.”

Hij (Ḥassan al-Baṣrī) zei:

“De oplossing is makkelijk. Verbeter wat er nog over is van jouw leven en wat geweest is zal dan vergeven worden. Want waarlijk, wanneer je het slechte uitvoert in wat er nog over is van jouw leven, dan zul je bestraft worden voor wat er nog over is en wat er al geweest is!”

Bron: Beluister de audio hieronder.
Vertaling: Yūsuf Abū Ṣafiyya
Publicatie: www.ahloelhadieth.nl