Het Permanente Comité voor Islamitisch Onderzoek en Fatāwa werd het volgende gevraagd:
Een vrouw heeft een afkeer tegen haar man. Zij verwijt hem niets met betrekking tot zijn gedrag of religie en heeft hem zijn gehele bruidsschat teruggegeven. Kan deze man gedwongen worden om zijn vrouw te scheiden? En (wat te doen) als hij zich aan haar vasthoudt terwijl zij een gruwelijke afkeer heeft tegen hem?
Antwoord:
Wanneer de vrouw een afkeer heeft tegen haar man en zij hierdoor bang is dat zij de grenzen van Allah zal overschrijden, dan is het toegestaan voor haar om al-khulʿ[1] te vragen. Zij doet dit door haar bruidsschat die hij haar geschonken heeft terug te geven en vervolgens scheidt hij zich van haar. Dit volgens de overlevering van de vrouw van Thābit b. Qays. Zij kwam naar de Profeet ﷺ en zei:
“O Boodschapper van Allah, ik zie geen fouten met betrekking tot de religie en gedrag van Thābit behalve dat ik ongeloof[2] vrees.”
Hierop zei de Boodschapper van Allah ﷺ:
“Zul je zijn tuin[3] teruggeven?”
Zij zei:
“Ja.”
Zij gaf zijn tuin terug en hierop gaf de Profeet het bevel en vervolgens scheidde hij van haar.[4]
En wanneer er tussen hen onenigheid ontstaat dan dienen zij dit terug te refereren naar de islamitische leider zodat hij hen splitst.
Toevoeging vertaler: Shaykh Ṣāliḥ b. Fawzān al-Fawzān zei ook het volgende in Mulakhaṣ al-Fiqhī[5]:
“Als de man van zijn vrouw houdt maar zij niet van hem omdat zij (bijvoorbeeld) een afkeer heeft tegen zijn gedrag, of tegen zijn uiterlijk, of tegen zijn religieuze tekortkomingen, of zij is bang in zonde te vervallen omdat zij zijn rechten niet kan nakomen, dan is het in deze situatie toegestaan dat zij de scheiding aanvraagt in ruil voor compensatie.” -Einde woorden Al-Fawzān-
Bron: Fatāwa al-lajna as-dāʾima lil-buḥūth al-ʿIlmiyya wal-iftāʾ, deel 19 blz. 411. Uitgever: Al-Ḥumayda drukkerij, Riyad Saoedi-Arabië. 5de druk 2006.
Vertaling: Yūsuf Abū Ṣafiyya
Publicatie: www.ahloelhadieth.nl
[1]Voetnoot vertaler: (الخُلع) Scheiding die de vrouw aanvraagt tegen compensatie wanneer zei wil scheiden van haar man.
[2]Voetnoot vertaler: Ongeloof verwijst hier naar (Kufr al-ʿAshīr) het niet kunnen nakomen van zijn rechten vanwege haar afkeer voor hem. Zij was dus bang om in zonden te vervallen omdat zij tekort zou schieten in het nakomen van zijn rechten.
[3]Voetnoot vertaler: Omdat hij haar deze tuin als bruidsschat had geschonken.
[4]Overgeleverd door Al-Bukhārī 6/170, An-Nasāʾī 6/169 nr. 3463, Ibn Māja 1/663 nr. 2056, ad-Dārqoetnī 3/254-255, At-Ṭabarī in zijn tafsīr 4/255 nr. 4807 (verificatie van Shākir), Al-Bayhaqī 7/313 & al-Baghawī 9/193-194 nr. 2349.
[5]Zie: Al-Mulakhaṣal-fiqhī blz. 553 (Samengevat). Uitgever: Maktaba al-hidāya, Casablanca Marokko. 4de druk 2006. (Losjes vertaald).
Screenshots Arabische Bron: