Shaykh Zayd b. Hādī al-Madkhalī (رحمه الله) werd het volgende gevraagd:

Wat weet u over de toestand van de dode in zijn graf nadat zijn familieleden en omstanders zijn vertrokken?

Antwoord:

Wat betreft de gelovige, wanneer hij in zijn graf wordt geplaatst en zijn familieleden en omstanders zijn vetrokken, laat Allah zijn goede ziel naar hem terugkeren en wekt hem op in een werkelijke leef toestand, in een staat van barzakhiyya[1].

Vervolgens komen er twee engelen de ene heet Munkar en de andere Nakīr en laten hem rechtop zitten en zeggen tegen hem:

“Wie is jouw Heer?”

Hij (de persoon in zijn graf) zal zeggen:

“Mijn Heer is Allah.”

Vervolgens zeggen zij (de twee engelen) tegen hem:

“Wat is jouw religie?”

Hij zal zeggen:

“Mijn religie is de islam.”

Vervolgens zeggen zij tegen hem:

“Wie is deze persoon die naar jullie gezonden is?”

Hij zal zeggen:

“Hij is de boodschapper van Allah .”

Vervolgens zeggen zij tegen hem:

“En wat zijn jouw daden?”

Hij zal zeggen:

“Ik heb het boek van Allah gelezen en erin gelooft.”

Vervolgens zal er een oproeper vanuit de hemel oproepen:

“Mijn dienaar heeft de waarheid gesproken, dus spreidt (een bed) voor hem uit in het paradijs, kleedt hem van het paradijs en open een deur voor hem naar het paradijs”

Vervolgens bereikt hem iets van haar (i.e. het paradijs) geur en wordt zijn graf voor hem verruimd zover als hij kan zien. Vervolgens komt er een man naar hem toe met een knap gezicht, mooie kleren en een lekkere geur en zegt:

“Wees verheugd met datgene wat je blij zal maken, dit is jouw dag die jou beloofd is.”

Hij (de persoon in zijn graf) zal zeggen:

“Wie bent u? U hebt het gezicht van iemand die met het goede komt.”

Hij (de man) zal zeggen:

“Ik ben jouw rechtschapen daden.”

Hij (de persoon in zijn graf) zal zeggen:

“O Heer, laat het uur aanbreken zodat ik terug kan keren naar mijn familie en rijkdom.”

Zijn graf zal dan als een tuin zijn vanonder de tuinen van het paradijs. En dit is de betekenis van de uitspraak Allah (جل و عز):

“Allah versterkt (het geloof) van degenen die geloven met een standvastige uitspraak tijdens het wereldse leven en in het hiernamaals.” [Ibrāhīm (14):27]

Wat betreft de ongelovige of de hypocriet, wanneer hij in zijn graf geplaatst wordt en zijn omstanders zijn vertrokken, komen er twee engelen die hem rechtop laten zitten in zijn graf. Zij zeggen tegen hem:

“Wie is jouw Heer?”

Hij (de ongelovige of hypocriete  persoon in zijn graf) zal zeggen:

“Hāh, Hāh, ik weet het niet.”

Vervolgens zeggen zij (de twee engelen) tegen hem:

“Wat is jouw religie?”

Hij zal zeggen:

“Hāh, Hāh, ik weet het niet.”

Vervolgens zeggen zij tegen hem:

“Wie is deze persoon die naar jullie gezonden is?”

Hij zal zeggen:

“Hāh, Hāh, ik weet het niet.”

Vervolgens zal er een oproeper vanuit de hemel oproepen:

Mijn dienaar heeft gelogen, dus spreidt (een bed) voor hem uit in het hellevuur en open een deur voor hem naar het hellevuur”

Vervolgens bereikt hem iets van haar (i.e. het hellevuur) hitte en hete wind en wordt zijn graf nauw gemaakt totdat zijn ribben in elkaar steken. Vervolgens komt er een man naar hem toe met een lelijk gezicht, lelijke kleren en een stinkend geur en zegt:

“Wees verheugd met datgene wat jou zal treuren, dit is jouw dag die jou beloofd is.”

Hij (de ongelovige of hypocriete) zal zeggen:

“Wie bent u? U hebt het gezicht van iemand die met het slechte komt.”

Hij zal zeggen:

“Ik ben jouw slechte daden.”

Hij (de ongelovige of hypocriete) persoon in zijn graf) zal zeggen:

“O Heer, laat het uur niet aanbreken.”

Vervolgens wordt er een blind, doofstom persoon naar hem gestuurd met een hamer in zijn hand. Als een berg ermee geslagen zou worden zou deze tot zand worden. Hij (de ongelovige of hypocriete) wordt er één keer mee geslagen waarop hij zand wordt. Vervolgens laat Allah (جل و عز) hem weer terugkeren in zijn oude staat, om nog een keer geslagen te worden. Hij zal zo hard schreeuwen dat één ieder hem kan horen behalve de mensen en djinn.[2]

Wij zoeken toevlucht bij Allah tegen zijn bestraffing en tegen een slecht einde.

Bron: Al-Ajwiba as-sadīda ʿalā al-asʾila ar-rashīda deel 1-3 blz. 91-92. Uitgever: Dār al-Minhāj Cairo Egypte. Druk 2003.
Vertaling: Yūsuf Abū Ṣafiyya
Publicatie: www.ahloelhadieth.nl

[1]Voetnoot vertaler: al-barzakh (البَرْزَخُ), wat tussen deze wereld en het hiernamaals plaatsvindt vanaf het moment dat men sterft tot aan zijn opwekking op de dag des oordeels.

[2]Overgeleverd door Imām Aḥmad in zijn musnad (deel 4, blz. 287-288) op gezag van al-Barāʾ b. ʿĀzib, en door Abū Dāwūd in het boek over het dodengebed onder het hoofdstuk “het zitten bij de graf” (deel 4, blz.337).

Screenshots Arabische Bron: